Nederland geeft 9 miljard uit aan defensie, maar waar gaat dat geld precies heen?
Het afgelopen jaar stak de Nederlandse overheid ruim 9 miljard euro in onze krijgsmacht. Op welke plank komt dat geld terecht? Uit cijfers die het programma Stand van Nederland heeft opgevraagd blijkt dat het budget voor defensie over veel verschillende schijven wordt verdeeld.
Het grootste deel van het geld komt bij de landmacht terecht, zo blijkt uit cijfers van het Ministerie van Defensie. Hier ging in 2018 1,3 miljard euro heen. Daarna volgt de marine met een bedrag van 860 miljoen. De luchtmacht mocht vorig jaar 770 miljoen bijschrijven en de Marechaussee kreeg 410 miljoen euro.
De mensen die bij defensie werken zorgen voor de grootste kostenpost, want bijna de helft van alle uitgaven die defensie doet gaan over salarissen, uitkeringen en pensioenen: 52 procent. De gezamenlijke personeelskosten lagen in 2018 op 4,4 miljard. Van het defensiegeld wordt verder zo'n 18 procent weer geïnvesteerd en wordt geld vrijgemaakt voor huisvesting van medewerkers, het onderhoud van voertuigen en het organiseren van oefeningen en missies.
Wapens en kogels
Waar defensie ook geld aan uitgeeft is het importeren van wapens en kogels. "Dat maken wij hier zelf niet", zegt Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. "Daarom voeren we ieder jaar meer in dan we uitvoeren", doelt hij op wapens en munitie.
In 2018 werd er voor bijna 197 miljoen euro aan wapens en munitie door onze krijgsmacht gekocht. Dit is een fikse stijging vergeleken met 2014, toen dat 'slechts' 90 miljoen was. Ongeveer de helft van die wapens en kogels komt uit andere Europese landen. Voor het overige deel klopt Nederland aan in Amerika.