‘Kabinet had Nederlandse nationaliteit van jihadisten niet mogen afnemen’

Staatssecretaris Harbers van Justitie en Veiligheid had de Nederlandse nationaliteit van twee mannen die zich bij terroristische strijdgroepen in Irak en Syrië hadden aangesloten niet mogen afnemen. Dat oordeelde de Raad van State vandaag.

Het gaat om twee mannen die zich in 2013 en 2014 aansloten bij strijdgroepen die in ons land inmiddels op een verboden lijst staan. Vanwege een aanpassing in de wet is het sinds kort mogelijk om de Nederlandse nationaliteit van strijders af te pakken als zij deel uitmaken van een groep op deze lijst.

Niet geldig

Toen de twee mannen zich bij die terroristische groepen aansloten, stonden die strijdgroepen echter nog niet op die wettelijke lijst van 'verboden' organisaties, dit gebeurde pas in 2017. Daarom geldt de mogelijkheid tot het afpakken van het paspoort niet voor deze twee jihadisten.

"De Rijkswet op het Nederlanderschap, die intrekking van het Nederlanderschap mogelijk maakt, heeft geen terugwerkende kracht en mag daarom niet op de mannen worden toegepast", schrijft de Raad van State.

LEES OOK: 'Nederlands paspoort van jihadisten afpakken is discriminatie'

Tik op de vingers

Of de twee mannen nog leven of waar zij op dit moment zijn, is niet bekend. Staatssecretaris Harbers trok de nationaliteit van de mannen in september 2017 in, nadat zij bij verstek waren veroordeeld voor hun deelname aan de strijd in Syrië en Irak. De Raad geeft hem nu dus een tik op de vingers.

"Omdat niets bekend is over hun activiteiten in de laatste jaren heeft de staatssecretaris niet aangetoond dat zij nog aangesloten waren bij een 'verboden' organisatie op het moment dat de wet werd gewijzigd."