Nederland verst verwijderd van doelstellingen duurzame energie
Nederland is van alle EU-landen het verst verwijderd van het volbrengen van de klimaatdoelstellingen van 2020. In 2017 had 6,6 procent van al onze energie een duurzame oorsprong. Het doel is voor volgend jaar 14 procent. In geen enkel land is de achterstand zo groot.
Elf landen landen hebben hun doelstelling al wel gehaald, blijkt uit onderzoek van Eurostat, het statistiekbureau van de EU. Koploper Zweden voert de lijst aan. Het land wekt meer dan de helft van haar energie op uit duurzame bronnen. Finland, Letland, Denemarken, Oostenrijk zitten boven de 30%.
Naast Nederland staan ook Frankrijk, Luxemburg en Ierland op de lijst van de landen die hun doelstellingen nog niet gehaald hebben.
Export van gas
Nederland eindigt al jaren laag op EU-milieulijsten. In 2014 haalde alleen Frankrijk minder energie uit duurzame bronnen. Een reden voor het continu laag scoren kan zijn dat Nederland in grote mate afhankelijk is van de export van gas.
In 2017 schatte de EU de kans al laag in dat Nederland de klimaatdoelstellingen zou gaan halen. Het ministerie van Economische zaken gaf toen het verweer dat de Europese commissie zich had gebaseerd op oude cijfers.
Nederland wil de achterstand gaan inhalen door onder andere veel windmolenparken te gaan bouwen in zee. Aangezien de oplevering van die parken pas na 2020 zullen plaatsvinden tellen deze nog niet mee voor de Europese doelstellingen van 2020.
De EU heeft afgesproken met de lidstaten dat uiteindelijk een vijfde van de energie op duurzame manier moet worden opgewekt. In 2017 was de doelstelling 17.5 procent, in 2030 is dat 32%.