Rutte blijft bij afschaffen dividendbelasting: ‘Niet 100 procent te onderbouwen’
Premier Mark Rutte heeft de Algemene Beschouwingen vrijdag afgetrapt met het grootste hoofdpijndossier van de afgelopen maanden: de afschaffing van de dividendbelasting.
Hij hamerde erop dat de maatregel nodig is voor de Nederlandse economie, maar zijn betoog kon op weinig begrip van de oppositie rekenen.
Volgens Rutte speelt afschaffing van de dividendbelasting een rol voor bedrijven die overwegen zich in Nederland te vestigen.
PvdA-voorman Lodewijk Asscher wilde weten waaruit dit blijkt. Rutte erkende dat zijn stelling "net als bij alle belastingmaatregelen niet 100 procent te onderbouwen is", maar verwees wel naar recente onderzoeken en deskundigen die zijn standpunt onderschrijven.
Asscher was hier niet van onder de indruk. "Het is 10.45 uur en we gaan meteen een Ruttiaans rookgordijn in", concludeerde de PvdA-leider.
Wetsvoorstel
Op de SGP na steunt de hele oppositie een wetsvoorstel van GroenLinks om te dividendbelasting opnieuw in te stellen zodra de kans zich aandient. SGP-leider Kees van de Staaij sluit zich er mogelijk nog bij aan. Hij zei tijdens het debat de argumenten van Rutte "helder te vinden, maar niet overtuigend".
De SGP vindt het besluit dat 1,9 miljard kost kwetsbaar omdat een klein aantal bedrijven de maatregel "dicteert". De "argumenten zijn dunner geworden en de maatregel duurder", concludeerde Van der Staaij.
Volgens de premier gaat het niet alleen om een mogelijke verhuizing van van het hoofdkantoor van Shell en Unilever, ze vormen "slechts de aanleiding". Er is een "ongelijk speelveld met Engeland". Ook zijn er geen andere maatregelen die de afschaffing van de dividendbelasting kunnen vervangen, zei Rutte.