Bestuur 50PLUS zegt samenwerking met eigen wetenschappelijk bureau op
Het bestuur van de politieke partij 50PLUS heeft eenzijdig de samenwerking opgezegd met het eigen wetenschappelijk bureau. Eerder dit jaar veegde het bureau in een rapport de vloer aan met de manier waarop de partij functioneert.
Na de voor de partij teleurstellende verkiezingsuitslag van vorig jaar, liet het bestuur de campagne evalueren. Het wetenschappelijk bureau stelde niet alleen vast dat de idealen van de partij onvoldoende uit de verf kwamen, maar waarschuwde ook voor vriendjespolitiek, rammelende procedures en dubieuze sponsoring.
'We zijn te kritisch geweest'
"Wij zijn te kritisch geweest", zegt voorzitter Richard de Mulder van het wetenschappelijk bureau, na eerdere berichtgeving door de Volkskrant. Hij vermoedt dat partijvoorzitter Geert Dales en oprichter en senator Jan Nagel een nieuwe denktank willen optuigen "die wel doet wat zij zeggen."
Dales noemt dat "allemaal flauwekul". De samenwerking wordt volgens hem opgezegd vooral omdat het bestuur onder leiding van De Mulder inzage weigert in de financiën.
"Niet dat er aanwijzingen zijn voor gesjoemel, maar wij moeten als partij verantwoording afleggen over de besteding van subsidies", aldus de voorzitter.
Onvoldoende gekwalificeerd
Daarnaast speelt mee dat het al langer rommelt tussen het partijbestuur en het wetenschappelijk bureau. Ook vindt Dales dat de meeste bestuursleden van het wetenschappelijk bureau onvoldoende gekwalificeerd zijn. Daarom wil het partijbestuur volgend jaar met een schone lei beginnen.
De Mulder denkt overigens niet dat dit zomaar kan. Wetenschappelijke bureaus zijn in principe zelfstandige organisaties. Ze krijgen subsidie om onafhankelijk onderzoek te doen naar maatschappelijke thema's die relevant zijn voor de partij waaraan ze gelieerd zijn.