Politie waarschuwde scouting al in 2002 voor zedenverleden Jos Brech
De politie waarschuwde de Limburgse scouting al in 2002 voor het zedenverleden van Jos Brech. De hoofdverdachte van de moord op Nicky Verstappen in 1998 was een gevaar voor kinderen en "is een man die je niet bij de scouting moet willen hebben", zo kreeg een lid van de scouting die tevens politierechercheur was te horen van een van de agenten die de zaak opnieuw onderzocht. Dat meldt het AD.
De rechercheur werkte destijds in een landelijk opvangteam van de scouting, dat ingeschakeld werd bij ernstige gebeurtenissen zoals zedendelicten. Brech verklaarde zelf aan de politie dat hij een zedenverleden had, zo meldt De Limburger. Toen hij in 2001 gehoord werd door politie in de moordzaak van Nicky Verstappen, vertelde hij dat hij in 1985 betrokken was bij een zedenzaak. Daarna had hij zich laten behandelen bij de Riagg, zo verklaarde hij.
'Toevallige passant'
De gegevens van Brech werden door agenten genoteerd toen hij enkele uren na de vondst van Nicky Verstappen over de Brunssummerheide fietste. Hij werd destijds niet verhoord omdat de politie hem als een toevallige passant beschouwde. Brech werd in 2001 wel twee keer verhoord, nadat het onderzoek naar de moord was vastgelopen. Hij verklaarde toen dat hij daar fietste omdat hij brieven voor de scouting bezorgde. Hij zou dit 's nachts hebben gedaan omdat het overdag te warm was. De scouting bevestigde zijn verhaal.