Sinan Can sprak kinderen van 10 die verkracht waren door IS-strijders: ‘Ze zijn erger dan de nazi’s’

Journalist Sinan Can bracht drie weken door in voormalig IS-gebied voor een documentaire waar vanavond het eerste deel van wordt uitgezonden. In een interview met NRC Handelsblad vertelt hij over alles wat hij in het gebied meemaakte. Ook pleit hij voor een harde aanpak van van teruggekeerde Nederlandse IS-strijders. "Ook al hebben ze in Syrië alleen maar brood staan bakken, je moet ze behandelen als SS’ers" zegt hij. "Een tweede kans? Voor hen? Maar wie gaat die kinderen in Syrië en Irak een tweede kans geven?"

Can sprak in Noord-Irak vele ooggetuigen van de gruweldaden van IS. De opsomming van hun verhalen leest als een oefening in surrealisme: Can zag een kooi in een hotelzwembad waarin mensen werden verdronken en bezocht een rivieroever waar 1.500 mannen werden geëxecuteerd. Ook hoorde hij verhalen over mensen wiens handen en voeten werden afgehakt om ze vervolgens dood te laten bloeden.

De verhalen van de kinderen maakten echter de meeste indruk op hem. Zo ontmoette hij een ventje dat de executie van zijn eigen vader moest bijwonen en sprak hij met jongens van 10, 12 jaar die door IS-strijders verkracht waren. "Dat je kinderen gaat verkrachten en onthoofden – waar is in godsnaam je geweten?" zegt Can.

Bij thuiskomst had de Turks-Nederlandse journalis lange tijd last van de trauma's die hij in Irak opliep: hij barste soms in huilen uit en kon niet slapen. Can vertelde aan NRC dat hij die prijs betaalt in de hoop mensen op andere gedachten te brengen, onder andere over het vluchtelingenvraagstuk. "Ik hoop dat mensen die op de PVV stemmen ernaar kijken. Als ik met een zo’n film tien mensen op andere inzichten kan brengen, over vluchtelingen, over moslims, dan ben ik tevreden", aldus Can.