Eén op de tien in onderwijs heeft een bijbaan
In het onderwijs hebben bovengemiddeld veel mensen een bijbaan in vergelijking met andere sectoren. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In totaal had in 2016 ongeveer zeven procent van de bevolking een extra baan. In het onderwijs was dat 10,5 procent. Dat is meer dan bijvoorbeeld in de horeca (8,8%) of politiek (6,7%). Alleen in de cultuur-, sport- en recreatiesector hadden meer mensen twee banen: 12,7 procent.
Van de mensen die twee banen in loondienst hebben, gaven de meesten aan dit te doen om financieel rond te kunnen komen. Sommigen beunen naast hun hoofdbaan bij als ZZP'er. Zij doen dat voornamelijk om zich te ontwikkelen of om meer afwisseling te krijgen in werkzaamheden en contacten.
Jongeren het vaakst twee banen
Jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 25 jaar hebben het vaakst een tweede baan. Ruim 11 procent in die leeftijdscategorie heeft een bijbaan. In negen procent van de gevallen werken zij voor twee bazen. Zij doen dit vooral om financieel rond te kunnen komen.
Naarmate we ouder worden gaan we steeds minder voor een tweede baas werken, maar kiezen we voor een bijbaan als zelfstandige naast de vaste baan. In de leeftijdscategorie van 55 tot 65 jaar kiest ongeveer de helft van de mensen voor een baan als zelfstandige en de andere helft voor een bijbaan als werknemer.