Albert Verlinde pleit voor een garantiefonds voor vrije theaterproducenten

Het kabinet stelt 300 miljoen beschikbaar voor de culturele sector. Dat klinkt als een flinke pot met geld, maar volgens velen in de sector is het nog niet toereikend. “Op zich goed dat er wat gebeurt, maar er mag meer uitgaan naar vrije producenten die hun nek uitsteken om 70 procent van het theateraanbod in Nederland te verzorgen”, vindt theaterproducent Albert Verlinde. Hij pleit voor een garantiefonds voor deze theaterproducenten.

Eigenaren van van rijksmonumenten als kerken, kastelen en molens krijgen 50 miljoen. Er gaat nog eens bijna 50 miljoen naar gemeenten en provincies voor regionale musea, poppodia en theaters. Bedrijven die zelf de broek ophouden in de culturele sector krijgen 30 miljoen. Cultuurpodia krijgen dankzij de bijdrage van het kabinet wel wat ademruimte, maar zijn nog lang niet gered.

Garantiefonds

Naar vrije producenten gaat namelijk geen subsidie. Deze producenten touren en hebben geen eigen theaters, zoals Stage Entertainment, het bedrijf van Verlinde zelf. Daar praat hij dan ook niet over, zegt hij, maar hij komt op voor de producenten die het land door trekken, en van het ene theater naar het andere gaan. “Met hun optredens wordt vaak het hele seizoen van het theater verdiend. Daardoor kunnen gesubsidieerde gezelschappen er staan. Ik pleit er eigenlijk voor dat de minister aandacht gaat geven aan die sector, en misschien zelfs tot een garantiefonds gaat komen om gewoon het risico voor de producent minder te maken in de toekomst, zodat er gewoon tourende producties kunnen blijven komen.”

Eigenlijk vraagt hij dus om een zak geld voor deze groep. Verlinde: “Als een voorstelling dan een hit is, gaan de opbrengsten terug naar die zak met geld en dan kun je het het jaar erna opnieuw uitkeren.”

‘Cultuur is een toegevoegde waarde’

Frits Huffnagel is het met Verlinde eens. “Albert zit in de cultuursector, maar is ook cultureel ondernemer. Hij kan gebruik maken van de regelingen (NOW-regeling, red.)”, zegt de oud-wethouder van Den Haag. “Maar een deel van de cultuurwereld moet je niet economisch afrekenen. Cultuur is natuurlijk een toegevoegde waarde aan een samenleving, aan een maatschappij.” Het kabinet is heel goed bezig als het gaat over bedrijven redden en banen overeind houden, vindt Huffnagel, maar cultuur is ook belangrijk. “Als dat niet wordt geholpen, valt het straks om en dan duurt het heel lang voordat je het weer terughebt.”

Verlinde zegt wel dat hij vindt dat de cultuursector een beetje uit moet kijken: “Ga je nou niet te veel apart plaatsen van de rest van Nederland. Iedereen heeft het op dit moment moeilijk, dus ga je er niet helemaal buiten plaatsen”, waarschuwt de theaterproducent. “Koppel het los van wat je als persoon meemaakt en ga meer terug naar de culturele waarde. Want er wordt mij vanuit de cultuur op dit moment te veel uit economisch belang gewezen.”

‘De overheid moet een toekomstvisie hebben’

Begrip voor de gedachte ‘tuurlijk is cultuur belangrijk, maar niet nu’, hebben Verlinde en Huffnagel beide niet. “Ik denk dat iedere overheid net als iedere ondernemer ook een toekomstvisie moeten hebben. Dat zou ik willen vragen bij cultuur, aan de minister, maak een masterplan”, zegt Verlinde. “Ga met een groep zitten, zonder de hectiek van die crisis om je heen, en ga eens goed nadenken wat de antwoorden voor de komende 5 jaar zijn.”

Koninklijk Theater Carré heeft besloten de deuren open te gooien. Om coronaproof open te gaan haalde het theater vooral stoelen weg. “Daar komen nu vrolijke tweezitsbankjes met planten ertussen te staan, zodat het eruit ziet als een huiskamer”, vertelt directeur van Carré, Madeleine van der Zwaan. “We moeten het puur hebben uit eigen inkomsten, en die zijn van 100 naar 0 gegaan.” Open gaan is dus niet rendabel. “Maar je bent een theater en je wil spelen, dus het is blijven zoeken naar wat wel kan. Daarom zeggen we: ook voor 100 kan dat helemaal niet, maar het is weer een kiertje om naar 450 te gaan. Laat ons nou steeds mee opschalen, om te kijken wat wel kan.”

Stip op de horizon

Verlinde’s Stage Entertainment heeft de keuze gemaakt tot het voorjaar volgend jaar geen voorstellingen te spelen. “Dat komt omdat we echt een groot bedrijf zijn, en ik heb liever dat we een stip op de horizon hebben.” Natuurlijk hoopt ook Verlinde dat ze eerder open kunnen. “Maar we kunnen ons niet permitteren om heel veel kleine dingetjes te doen. Onze visie moet nu zijn: hoe gaan we de toekomst in, hoe zorgen we dat protocollen uitgewerkt zijn.” Dit alles met het zicht op 400 à 500 mensen in de toekomst weer een baan aan te kunnen bieden, aldus Verlinde.

LEES OOK: Albert Verlinde is boos: ‘Het is een deceptie dat theaters weer open gaan op 1 juni’

Door: Redactie