Blokhuis: aan het einde van dit jaar 10.000 extra woonplekken voor dak- en thuislozen

Aan het eind van dit jaar zijn er 10.000 extra woonplekken voor dak- en thuislozen. Dat belooft demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in Goedemorgen Nederland op NPO 1. “We moeten meer in de toekomst kijken hoe je dit probleem echt helemaal gaat tackelen”, vindt hij.

In de huidige weersomstandigheden kan het “niet bestaan” dat mensen buiten moeten slapen, zegt de staatssecretaris. “Er zijn altijd een paar mensen die zeggen: ‘Aan mijn lijf geen polonaise, ik slaap buiten’, maar zelfs die mensen zullen nu wel de warmte hebben opgezocht.”

Deze barre kou legt wel duidelijk bloot in hoeverre gemeentes alle zeilen moeten bijzetten om voldoende plekken te organiseren voor dak- en thuislozen. De coronatijd maakt het er bovendien niet makkelijker op. Zo is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat mensen met zijn tienen in een kamer liggen.

Maar ook voor de pandemie ging het niet goed. Het is zeker 5 van de 15 grote gemeentes in ons land in het afgelopen jaar niet gelukt om een groot deel van de daklozen die om hulp vragen opvang te bieden. “We hebben gewoon te weinig woonruimte”, zegt Blokhuis. Dat is één van de hoofdoorzaken van dak- en thuisloosheid. “Als ik met gemeentes spreek is dat het eerste wat noemen. Dus we hebben een plan gemaakt dat erin voorziet dat we aan het eind van dit jaar 10.000 extra woonplekken hebben.”

‘We moeten ons schamen’

Het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld naar 40.000 mensen, zo meldde het CBS vorig jaar. Deze mensen zijn niet allemaal dakloos, zo benadrukt Blokhuis: veel van hen slapen bij vrienden en familie. Dat maakt het aantal echter niet minder schokkend. “We moeten ons schamen dat dit in ons stinkend rijke land gebeurt”, vindt de staatssecretaris.

Het organiseren van de 10.000 woonplekken is “een hele grote opgave”, zegt hij. Een klein deel van de woonplekken is nieuwbouw, en er worden leegstaande zorgvoorzieningen omgebouwd. “Maar ook kleine studio’s, en er worden zelfs tijdelijke voorzieningen in de vorm van wooncontainers neergezet”, vertelt Blokhuis. “Gemeentes halen echt alles uit de kast om hier heel creatief mee om te gaan, en ook corporaties zeggen: we staan ervoor dat we die 10.000 plekken gaan realiseren voor deze groep. Is het niet linksom dan wel rechtsom.”

Eerder detecteren van schulden

Naast dat gemeentes moeten gaan voorzien in woonplekken moet er vooral voorkomen worden dat er überhaupt zo veel mensen in de daklozenopvang terecht komen, zegt de staatssecretaris. “Dat kunnen we doen door schulden veel eerder te detecteren en huisuitzettingen voorkomen ten gevolge van betalingsachterstanden. Dat is echt wel een knop om, maar dat gebeurt.” Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is daar volop mee bezig, zegt Blokhuis. “En de opvang die we hebben moet kleinschaliger: de opvang in grote zalen met stapelbedden is niet meer van deze tijd.”

LEES OOK: Aantal daklozen meer dan verdubbeld, 57% heeft migratieachtergrond

Door: Redactie