Het leven wordt alsmaar duurder: inflatie stijgt naar 13,6 procent

Een daling of afzwakking van de prijsstijging is nog altijd niet in zicht. De afgelopen maand is het leven namelijk met 13,6 procent duurder geworden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Deze inflatie betekent dat goederen en diensten in augustus 2022 13,6 procent duurder waren dan een in dezelfde maand een jaar eerder. Vorige maand bedroeg de inflatie 11,6 procent. Sinds juli 2021 is de inflatie hard gestegen en heeft inmiddels een recordhoogte bereikt. Het inflatiecijfer is berekend volgens de geharmoniseerde Europese methode (HICP). Dat valt altijd hoger uit dan de eigen methode van het CBS, dat volgende week de cijfers volgens eigen methode publiceert.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Bron CBS

Dat de inflatie zo hoog is heeft voornamelijk te maken met de prijsstijging voor gas en energie. Die hogere kosten zijn ook terug te zien in de voedselprijzen, aangezien voedingsmiddelen bijna 11 procent duurder zijn geworden dan in dezelfde maand vorig jaar. Ook de prijs voor drank en tabak steeg met zo’n 11 procent.

De gasprijs steeg in augustus tot nieuwe records, met als gevolg dat ook de prijzen voor energie, benzine, diesel en andere brandstoffen flink omhoog ging. Het afgelopen jaar steeg die prijs met ruim 88 procent, op jaarbasis.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Bron CBS

De hoge gasprijzen komen vooral door de vrees dat Rusland de toevoer van de brandstof naar Europa verder zal afknijpen. Het Russische staatsgasbedrijf Gazprom kondigde aan de belangrijke Nord Stream-pijpleiding naar Duitsland opnieuw stil te leggen, wegens ongepland onderhoud. Na de Russische inval in Oekraïne is Gazprom al gestopt met het leveren van gas aan een aantal Europese landen. Grootverbruikers, zoals Duitsland, krijgen veel minder dan normaal.

HICP

Sinds 1996 publiceert het CBS twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

LEES OOK: Moet de Nederlandse overheid burgers meer compenseren vanwege de inflatie?

Door: Vick ten Wolde