Ambtenaren vrezen voor werken onder PVV-ministers: ‘Zal vaker gaan knellen’

Rijksambtenaren op verschillende ministeries spreken hun afschuw uit over het werken onder PVV-bewindspersonen. Dat schrijft De Telegraaf. Volgens parlementair journalist bij EW Victor Pak zal het vaker nog gaan knellen en voorkomen, zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1.

De krant schrijft dat “de vierde macht zich roert”. De rijksambtenaren vrezen voor het beleid van het komende rechtste kabinet. Bovendien heerst op meerdere ministeries frustratie dat er gesneden zal worden in budgetten. De zorgen zouden vooral spelen op de ministeries voor Onderwijs, Economische Zaken, Landbouw en Buitenlandse Zaken.

Pak denkt dat Dick Schoof een klein lichtpuntje kan zijn voor de ambtenaren, omdat de beoogd premier zelf jarenlang topambtenaar is geweest op onder meer het justitiedepartement. “Voor de ambtenaren is het natuurlijk wel fijn als iemand die zijn hele leven ambtenaar is geweest, die weet hoe het werkt in Den Haag. Dat geeft een teken van herkenning.”

Ontvang jij al onze gratis nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niets van WNL!

Ongebruikelijk om kritiek te uiten

Het uiten van je ongenoegen als ambtenaar is niet gebruikelijk. “Ambtenaren worden wel mondiger”, merkt Pak op. Dat ziet hij onder meer rondom Israël en de klimaatprotesten. “Daar hebben ze wel enige ruimte voor binnen de ambtenarenwet. Ze mogen wel protesteren, maar niet als het de ambtenarij schaadt. Je ziet dat dat best een grijs gebied is”, zegt Pak.

De aangekondigde bezuinigingen zorgen voor veel onvrede, maar zijn waarschijnlijk onvermijdelijk. “Het is uiteindelijk de politiek die dat beslist en dat gaat gewoon via de Tweede Kamer. Je kan als ambtenaar wel een waarschuwing geven aan je minister dat beleid niet haalbaar is of dat het lastig wordt”, vertelt de parlementair journalist. “Maar als de minister dat wil en daar politieke steun voor heeft, dan wordt dat wel gewoon uitgevoerd.”

Lees ook:

Btw-verhoging op boeken is een ‘boete op verbeelding en fantasie’

Door: Matthijs Meulblok