Eerste Kamervoorzitter Bruijn: Uiteindelijk gaan Eerste en Tweede Kamer over asielwet, niet Raad van State

NSC laat de steun aan het uitroepen van een asielcrisis afhangen van het advies van de Raad van State. Voorzitter van de Eerste Kamer Jan Anthonie Bruijn benadrukt dat de raad geen beslisrecht heeft. “Alleen de Tweede en Eerste Kamer kunnen het bindend verklaren.”

Nicolien van Vroonhoven, plaatsvervangend NSC-leider, blijft erbij dat het kabinet “terug naar de tekentafel” moet als de Raad van State een “vernietigend advies” geeft over de asielcrisiswet waar het kabinet mee zal komen. “We weten met z’n allen dat er heel veel moet gebeuren. Maar we hebben als NSC natuurlijk ook de rode lijnen”, zei Van Vroonhoven woensdag tijdens het debat.

Op maandag zei Van Vroonhoven in De Volkskrant dat NSC de crisiswet van migratieminister Marjolein Faber niet zal steunen als de Raad van State er negatief over oordeelt. PVV-leider Geert Wilders reageerde daar kritisch op, net als VVD-leider Dilan Yeşilgöz: “De VVD gaat niet op voorhand speculeren over wat allemaal niet zou kunnen.”

“De Raad van State heeft geen beslisrecht, dat ligt bij de Eerste en Tweede Kamer. Een advies is alleen bindend als de ontvanger van het advies het bindend heeft verklaard”, zegt Eerste Kamervoorzitter Bruijn in het radioprogramma Sven op 1. “Dat kan een meerderheid van de Kamer doen, maar staatsrechtelijk is een advies ook niet meer dan een advies.”

Luister deze uitzending terug als podcast. De tekst gaat hieronder verder.

‘Overmacht is een interpretabel begrip’

Kees van der Staaij, staatsraad bij de Raad van State, waarschuwde eerder in Sven op 1 dat een noodwet niet in alle gevallen de juiste oplossing is. “De noodwet moet worden ingezet bij bestuurlijke overmacht, niet bij bestuurlijke onmacht”, zei de voormalig SGP-leider.

Ontvang je al onze gratis nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niets van WNL!

“Het woord overmacht is een interpretabel begrip, net als extraparlementair overigens. Het enige wat we daar inmiddels zeker over weten, na al die weken, is dat het meerdere definities kent. Dat geldt ook voor overmacht”, reageert Eerste Kamervoorzitter Bruijn. “Het is aan de wetgever, aan de Kamers, het hoogste gezag in een democratie, om te bepalen hoe de volksvertegenwoordiging wenst zo’n woord te interpreteren. Dat is per geval verschillend. Het is niet eenduidig.”

Geen meerderheid in Eerste Kamer

Een crisiswet kan ook altijd nog sneuvelen in de Eerste Kamer, zegt Bruijn. “Het is in ieder geval niet zo dat een noodwet achteraf wordt behandeld.” Bovendien komen de coalitiepartijen in de Eerste Kamer acht zetels tekort voor een meerderheid, wat betekent dat er steun gevonden moet worden van oppositiepartijen.

“Het betekent onder de streep dat ook rekening moet worden gehouden met niet-coalitiepartners, zoals ik ze liever noem, en achter die partijen zitten mensen in het land die op die partijen gestemd hebben en met hun zorgen zitten en wensen hebben. Zolang het niet onbestuurbaar wordt, is zo’n minderheid eigenlijk heel mooi vanuit democratisch oogpunt”, aldus Bruijn.

Lees ook:

Kees van der Staaij (Raad van State) kritisch over inzet noodwet: ‘Niet voor elke lastige kwestie is noodwet geschikt’

Door: Peter Visser