De huizenprijzen zijn tijdens de coronacrisis explosief gestegen. In twintig jaar tijd was de stijging niet zo groot als in het afgelopen kwartaal, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Rabobank-econoom Nic Vrieselaar legt in Goedemorgen Nederland uit hoe het kan dat huizenkopers zo veel tegen elkaar op kunnen bieden.
Allereerst zorgt de lage rente ervoor dat de prijzen flink worden opgedreven, zegt Vrieselaar. “Doordat de hypotheekrente daalt, heb je als huizenkoper twee keuzes. Je koopt hetzelfde huis voor hetzelfde bedrag en dan heb je lagere maandlasten. Of je kiest voor dezelfde maandlasten en je leent wat meer. In de huidige huizenmarkt, waarin je vaak tegen elkaar moet opbieden, is het verleidelijk om voor hetzelfde maandbedrag meer te lenen, zodat je net wat meer kunt bieden om er tussen te komen.”
Huizenkopers kunnen ook meer bieden doordat de regels voor het krijgen van het hypotheek versoepeld zijn. “Het demissionair kabinet heeft de laatste jaren de leennormen versoepeld. Dat betekent dat je als huizenkoper meer kunt lenen, en dus ook meer kunt bieden.”
Geen overdrachtsbelasting
Daar is de laatste maanden nog bijgekomen dat starters geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen. “Per 1 januari is die voor huizenkopers onder de 35 jaar afgeschaft. Dat scheelt op een gemiddelde huizenprijs van 370.000 dik 7000 euro. Stel dat je daarvoor had gespaard, dan hoef je dat niet meer uit te geven aan de overdrachtsbelasting, maar kun je dat nu gebruiken om over te bieden.”
Zo heeft het afschaffen van de overdrachtsbelasting een averechts effect. “Het is ook een gekke maatregel”, zegt Vrieselaar. “Hij kwam ook als een verrassing. Het klinkt als een sympathiek idee. De overdrachtsbelasting voor starters omlaag, en voor beleggers omhoog. Maar de belangrijkste concurrent voor een jonge huizenkoper is een andere jonge huizenkoper. Als je die alle twee meer geld geeft, drijft dat de huizenprijzen verder op.”
Rol van makelaars
Doordat er weinig aanbod lijkt te zijn, wordt de prijs nog verder opgedreven. “Er is weinig gebouwd de laatste twintig jaar”, zegt Vrieselaar. “Maar wat je ook ziet is dat huizen heel kort te koop staan. Mensen die graag willen verhuizen, wachten met hun huis te koop zetten totdat ze zelf een nieuw huis gevonden hebben. Daardoor lijkt het aanbod lager. Het lijkt op elk moment alsof er weinig huizen te koop staan.”
In die overspannen huizenmarkt voeren makelaars de druk nog eens op. “Je ziet dat makelaars potentiële kopers flink achter de broek aan zitten. Op huizensites zoals Funda en Huizenzoeker zie je niet zozeer een vraagprijs, maar een bieden-vanaf-prijs. Dat voedt nog meer het gevoel van FOMO (fear of missing out, red.), de angst om de boot te missen. Dat leidt ertoe dat mensen nog meer over elkaar heen buitelen om te overbieden.”
LEES OOK: Vastgoedadviseur pleit voor equivalent OMT om wooncrisis op te lossen
Door: Redactie