Aantal meldingen identiteitsfraude verdubbeld, PVV stelt Kamervragen

Het aantal meldingen van identiteitsfraude is vorig jaar verdubbeld. In 2016 werden 1724 meldingen gedaan bij het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI) van de overheid, tegenover 805 meldingen in 2015.

Bij identiteitsfraude maken criminelen misbruik van valse of gestolen identiteitsgegevens. Ze kopen bijvoorbeeld op naam van iemand anders spullen zonder te betalen, of geven als ze worden aangehouden de gegevens van de gestolen identiteit op. Dat kan heel vervelende situaties opleveren voor degene wiens identiteit wordt overgenomen.

Rijbewijs ingenomen na identiteitsfraude

Een cliënt van advocaat Sébas Diekstra is zijn rijbewijs kwijtgeraakt door identiteitsfraude. De man zegt al sinds 2012 slachtoffer te zijn geweest van fraude, vlak nadat hij zijn computer had laten repareren. Hij zou meer dan vijftig keer slachtoffer geworden van parkeerboetes, verkeersovertredingen en verzekeringen die op zijn naam zijn afgesloten. Wegens rijden onder invloed door de man die zijn identiteit stal, is zijn rijbewijs ingenomen. Inmiddels is vastgesteld wie de fraudeur is en loopt er een proces tegen hem, stelt Diekstra.

Diekstra zegt in Goedemorgen Nederland dat de identiteit meestal niet goed wordt gecontroleerd door de politie. Er wordt alleen gekeken of de opgegeven identiteitsgegevens bestaan, maar niet of dit daadwerkelijk de gegevens van de wetsovertreder zijn. Daardoor zit zijn cliënt nog flink in de problemen. "En uiteraard betekent dit ook financiële en psychische ellende", zegt Diekstra. Dat komt volgens hem voornamelijk omdat je weinig kunt doen: "Men gelooft gewoon niet dat jij het niet geweest bent."

PVV stelt Kamervragen

Lilian Helder, Tweede Kamerlid van de PVV, heeft Kamervragen gesteld over de verdubbeling van het aantal meldingen. Ze noemt de verdubbeling 'een trieste ontwikkeling' en vindt dat overheidsinstanties, zoals het Openbaar Ministerie, het CBR en het CJIB, slachtoffers van identiteitsfraude actiever moeten helpen, zeker wanneer de identiteit van de dader bekend is. Daarom wil ze van de minister van Veiligheid en Justitie weten wat hij van de berichtgeving van WNL vindt en op welke manier hij de problematiek op wil lossen.