Joost Klein hoort “de pijn” van de mensen die hem in een open brief hebben verzocht het Eurovisie Songfestival te boycotten om de deelname van Israël, ondanks de oorlog in Gaza. Dat vertelde de zanger, die toegaf de brief nog niet helemaal te hebben gelezen, voorafgaand aan Eurovision in Concert in AFAS Live in Amsterdam.
“Helaas is het een te groot dilemma om denk ik op een kleine harlekijn als ik af te schuiven”, zei Klein tegen de aanwezige pers. “Als ik een wereldleider was, zou ik al lang wat hebben gedaan hoop ik.”
De zanger is in ieder geval niet van plan om het songfestival in het Zweedse Malmö volgende maand te skippen. “Nee, ik heb al geboekt joh. Ik heb al contracten ondertekend”, zei hij. “De transfer gaat gewoon door.”
Onder anderen acteurs Nasrdin Dchar, Najib Amhali en Ramsey Nasr ondertekenden de open brief aan Joost Klein. Voor Eurovision in Concert, de grootste songfestivalpreparty, is er een demonstratie van de pro-Palestijnse organisaties BDS Nederland en de Rotterdam Palestina Coalitie.
‘We zijn niet voor politiek’
Twan van de Nieuwenhuijzen, het hoofd van de Nederlandse songfestivaldelegatie, mengt zich niet in de discussie of Israël mag meedoen aan het Eurovisie Songfestival. De situatie in Gaza is “afschuwelijk”, zegt hij. Maar “het is verder ook politiek en daar zijn we niet voor.”
Als delegatiehoofd focust hij zich op wat zijn taak is. “En dat is een goede act neerzetten. En mijn taak als delegatieleider is om met Nederland, voor Nederland, zo goed mogelijk resultaat te behalen op het songfestival. Daar zijn we vooral mee bezig”, zei Van de Nieuwenhuizen voorafgaand aan Eurovision in Concert. “We sluiten onze ogen niet voor wat er in de rest van de wereld gebeurt. Maar wij zijn niet politiek. En we richten ons op muziek en amusement. Dat is wat we doen.”