Een eerste ploeg hulpverleners van de Verenigde Naties is het door rebellen beheerste deel van Syrië binnengegaan na de aardbevingen van afgelopen week. Het is volgens de VN vooral een verkenningsmissie om te kijken wat voor hulp waar nodig is. De VN worden verwijten gemaakt over de trage reactie in Syrië.

De VN-ploeg trok Syrië in bij de grenspost Bab al-Hawa die de toegangspoort vormt voor het bolwerk van rebellen die tegen het regime van president Bashar al-Assad vechten. Veel van de rebellen zijn jihadisten die zich in de loop van de in 2011 begonnen burgeroorlog konden terugtrekken in de noordwestelijke provincie Idlib. Dat kon mede dankzij onderhandelingen met het Syrische bewind en andere betrokken partijen, met name Rusland en Turkije. De missie heeft contact gehad met mensen van een centrum van het Wereldvoedselprogramma (WFP) in Sarmada.

Rebellengroepen Syrië

De hulpverlening is lastig doordat het gebied wordt gecontroleerd door meerdere rebellengroepen. De hulp aan het gebied van de rebellen dat vooral in de provincie Idlib ligt, wordt bemoeilijkt door de houding van de centrale regering in Damascus en door extremistische rebellen.

Het is nog niet bekend hoeveel mensen er in Syrië zijn omgekomen als gevolg van de erg zware aardbevingen. Vooralsnog wordt officieel uitgegaan van minstens 3600 doden. Andere cijfers spraken van 4300 doden alleen al in het gebied van de rebellen.