Voormalig minister van Financiën Onno Ruding vindt dat de overheid meer geld moet vrijmaken voor de afhandeling van aardbevingsschade in Groningen door aardgaswinning. Hij bespeurt “onwil binnen de politiek om voldoende mee te werken. Er moeten nu maatregelen genomen worden”, aldus Ruding in het radioprogramma WNL Haagse Lobby.
In zijn periode als minister (van 1982 tot en met 1989) vond in Groningen de eerste aardbeving plaats die het gevolg was van aardgaswinning. Volgens Ruding was er destijds veel onduidelijk en niemand binnen de regering die de noodklok luidde. “Je kunt zeggen: we zijn naïef geweest.”
Zijn “voornaamste zorg” was toen wat er zou gebeuren als de prijs van aardgas zou afnemen. “Ik heb een daling meegemaakt van 23 miljard gulden aardgasbaten tot 7,5 miljard gulden in twee jaar tijd. Zelfs een verstandige minister van Financiën kan daar niet tegenop. Het heeft tot grote politieke problemen geleid.”
Maar “nu is de situatie anders”, stelt Ruding. “Er is bewezen dat er grote schade is ontstaan als gevolg van de aardgaswinning. De overheid geeft nu wel grote bedragen uit en dat is vanzelfsprekend.” De CDA-coryfee pleit ervoor dat Groningers met aardbevingsschade aan hun woning snel worden geholpen.
‘Enthousiast uitgegeven’
Achteraf gezien vindt Ruding dat het kabinet in zijn tijd als minister geld dat werd verdiend met de aardgaswinning deels had moeten reserveren. “Er is toen de basisfout gemaakt dat men die enorme bedragen niet in een fonds heeft gestoken, dat later aangewend had kunnen worden voor bijvoorbeeld schadevergoedingen. Het is meteen enthousiast uitgegeven aan andere doelen.”
Wel benadrukt Ruding dat ook inwoners van Groningen van de investeringen die destijds zijn gedaan hebben geprofiteerd. Hij wijst op “het ontstaan van de huursubsidie en de stijging van de lonen, de bijstand en de AOW. Wat dat betreft heeft Groningen zijn deel gekregen, maar niet meer dan evenredig”, aldus de voormalig minister.
Parlementaire enquêtecommissie
Volgens Merel Jonkheid van de Groninger Bodem Beweging is er weinig vertrouwen in de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning in Groningen, die vandaag is begonnen. “Wij hebben er altijd voor gepleit om een parlementaire enquête te starten, omdat wij het belangrijk vinden dat erkenning komt voor al het leed wat Groningers al die jaren is aangedaan. Maar ik merk dat Groningers heel wantrouwend naar deze enquête kijken.”
Volgens Jonkheid is dat wantrouwen te verklaren. “Er zijn keer op keer beloftes gedaan die werden verbroken. Bij de Groningers leeft het gevoel: leuk zo’n enquête, maar wij moeten nog maar eens zien wat eruit voortkomt”, aldus Jonkheid in WNL Haagse Lobby.
De parlementaire enquête moet in kaart brengen wat de gaswinning voor Nederland heeft betekend, maar ook welke ontwrichtende gevolgen de daardoor veroorzaakte aardbevingen hebben gehad in Groningen. Deze week worden de eerste getuigen onder ede gehoord. Na het zomerreces van de Tweede Kamer gaan de verhoren verder.
Luister deze uitzending hier terug als podcast.
LEES OOK: Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw): in theorie kan gaskraan in Groningen dit jaar nog verder open

Door: Peter Visser