WNL

Is thuiswerken goed voor de economie?

Premier Mark Rutte en zorgminister Hugo de Jonge waren gisteren glashelder: als je kunt thuiswerken, werk dan thuis. Niks mis met een dagje vanuit huis werken, maar langdurig thuiswerken heeft consequenties. Voor werknemer en werkgever, maar ook voor de economie?

Er is eigenlijk nog maar weinig onderzoek gedaan naar de economische gevolgen van thuiswerken. Dat komt omdat we pas sinds kort met z’n allen van achter de keukentafel werken en vergaderen.

Volgens een rapport van Rabobank uit april kan 43 procent van alle economische activiteit vanuit huis uitgevoerd worden. Dat is best veel, dat is bijna de helft. Maar het gaat dan vooral om de ICT, zakelijke dienstverlening en financiële instellingen. En niet iedereen werkt in de dienstverlening, onze economie draait voor de andere helft namelijk op landbouw, bouw, industrie, horeca en zorg. Daar kun je hoogstens de anderhalvemeter-maatregel invoeren, maar thuiswerken? Onmogelijk.

Bijna de helft kan thuiswerken, maar gebeurt het ook? Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferde dat vorig jaar bijna 40 procent van alle werkenden af en toe thuis werkte. Even voor alle duidelijkheid: Nederland telt zo’n 12 miljoen werkenden, het gaat om 3,5 miljoen mensen met thuiswerkervaring.

Overigens werkten die 3,5 miljoen mensen niet week in week uit vanuit huis, maar was dat incidenteel, en ook nog eens niet op een vaste dag. Van die 3,5 miljoen mensen zijn 1,3 miljoen diehards die eigenlijk altijd thuis werken.

Veertig procent? Maar dan zitten we al bijna op die 43 procent van de Rabobank! We hebben dus al redelijk wat ervaring met thuiswerken, én we zitten al bijna aan de bovengrens van wat mogelijk is aan thuiswerken.

Hogere productiviteit

Maar wat zijn nu de economische gevolgen als ongeveer de helft van werkend Nederland dat vanuit huis doet? Uit een studie onder callcenters uit 2015 blijkt dat de productiviteit per werknemer met maar liefst 13 procent toeneemt. Ook ander onderzoek wijst op een toegenomen productiviteit. Waarom is dat?

Volgens onderzoeker en docent Bedrijfskunde Mirjam Baars van Fontys komt dat doordat we minder vaak pauzes nemen, we ons beter kunnen concentreren (tenminste, als de scholen niet gesloten zijn), geen reistijden meer hebben en daardoor meer vrije tijd en meer eigen regelruimte om dat werk en privé te combineren. Denk bijvoorbeeld aan zaken als zieke kinderen thuis kunnen opvangen of huishoudelijke taken. Hogere productiviteit, gelukkiger werknemers, wat wil je nog meer als werkgever? En je bent ook nog eens minder kwijt aan dure kantoorruimte.

Last but not least: net als in elke economie heeft ook een thuiswerkeconomie een spin-off naar bedrijven die daar weer hun brood mee verdienen. Denk bijvoorbeeld aan de leverancier van kantoormeubelen, software en koeriersdiensten.

Elk voordeel heeft zijn nadeel

Voor werkgever en werknemer een win-win-situatie zou je denken, maar dat is helaas te vroeg gejuicht. Elke medaille heeft namelijk zijn keerzijde en er zijn ook weer net zo veel studies die wijzen op de nadelen van langdurig thuiswerken.

Hoogleraar psychologie Mark van Vugt wijst op de psychische gevolgen van thuiswerken. Zo maken thuiswerkers vaak langere dagen dan wanneer ze op kantoor zouden werken: “Even dit nog afmaken”, wie kent het niet? Juist doordat die vage scheidslijn tussen werk en privé verdwijnt, verliest privé de functie van rust en herstel. Andere mogelijke negatieve aspecten zijn het opdrogen van je sociale contacten en dat je binding met het bedrijf verschraalt.

En met een beetje pech is je werkplek aan de keukentafel alles behalve ergonomisch verantwoord en zit je binnen de kortste keren met nek- en schouderklachten of een RSI.

Even voor de goede orde: of en hoe sterk iemand gevoelig is voor die negatieve effecten hangt natuurlijk helemaal af van persoonlijke en sociale factoren, zegt Van Vugt.

Face-to-face

Het bedrijf zelf kan op middellange en lange termijn ook schade ondervinden door te veel thuiswerken. Volgens hoogleraar Toegepaste Economie Jan van Ours van Erasmus School of Economics is voor het aanjagen van creativiteit, kennisoverdracht en innovatie face-to-face-interactie met collega’s of klanten belangrijk.

En net als dat een thuiswerkeconomie winnaars kent in de vorm van bedrijven die inspelen op de zakelijke of persoonlijke behoeften van de thuiswerker, zijn er ook verliezers. Neem alleen al de vervoersbedrijven die hun omzet zien verdampen als het woon-werkverkeer wegvalt, de uitbater van de kiosk op het station, het koffietentje waar je tussen de middag met je collega’s gaat pauzeren. Dat kan de deuren wel sluiten namelijk.

Wat is nu het economische gevolg?

Als 43 procent van alle werk vanuit huis kan worden gedaan (wat Rabobank zegt), 39 procent van alle werkenden dat al doet (wat het CBS zegt) én er een hogere productiviteit is, dan zou thuiswerken een positief effect op de economie als geheel kunnen hebben.

Met de nadruk op ‘zou kunnen hebben’. Want wat er in dit verhaal niet meegerekend is, zijn a) het omzetverlies van die verliezers van de thuiswerkeconomie, b) die mogelijke (en zo moeilijk meetbare) uitval en verzuim op de langere termijn en c) die (nóg lastiger meetbare) afnemende creativiteit en innovatiekracht. Harde cijfers ontbreken, hoe thuiswerken dat beïnvloedt blijft dan ook nattevingerwerk. En datzelfde geldt eigenlijk ook voor de economische impact van thuiswerken op de economie als geheel.

LEES OOK: Thuiswerken blijft de norm: ‘Maar alleen de helft van de Nederlandse beroepsbevolking kan dit doen’

Door: Redactie

Exit mobile version