WNL

Van bank wisselen bij een negatieve spaarrente? Of kun je beter beleggen?

Negatieve spaarrente

De rekensommen spreken boekdelen: een negatieve spaarrente kan een flinke hap uit je spaarrekening nemen. Vooral jonge spaarders zijn daarom bereid om van bank te wisselen als de negatieve spaarrente bij hun huidige bank werkelijkheid wordt, blijkt uit een enquete van onderzoeksbureau EY VODW. Maar is dat wel zinvol? Of kun je beter gaan beleggen?

Het rentepercentage over spaargeld daalt al jaren en heeft een historisch dieptepunt aangetikt. Veel banken betalen immers nauwelijks of geen rente meer over het spaargeld van consumenten. ABN Amro is de eerste bank die negatieve rente gaan doorberekenen aan vermogende klanten. Over een spaarbedrag van meer dan 2.5 miljoen rekent de bank vanaf april 0.5 procent rente. ING vraagt vanaf juli 0.5 procent rente aan spaarders met meer dan een miljoen en ook de Rabobank gaat vermogende klanten belasten.

Negatieve spaarrente: blijven sparen of beleggen?

Hoewel een negatieve spaarrente voor modale spaarders voorlopig nog uitblijft, zegt 24 procent van de door EY VODW ondervraagde personen stappen te ondernemen zodra een negatieve spaarrente ook voor hen waarheid wordt. Ze overwegen bijvoorbeeld om naar een andere bank te gaan. Een optie die in de praktijk niet per se loont, aangezien geen enkele bank nog een hoge rente garandeert.

Een alternatief om géén geld kwijt te raken is door het spaargeld te bewaren in een oude sok of – indien mogelijk – een hypotheek of persoonlijke lening af te betalen. Beide opties leveren echter geen geld op. Met beleggen bestaat de kans op waardevermeerdering wel. Sinds 1900 heeft een gemiddelde belegging wereldwijd namelijk zo’n acht procent rendement per jaar opgeleverd. Dat is nogal een verschil met de inflatie en eventuele toekomstige negatieve spaarrente die aan je geld knabbelt.

Toch zijn wij Nederlanders nog niet echt gewend aan het idee van beleggen. Veertig procent van de ondervraagden denkt dat beleggen winstgevend kan zijn. Toch weet slechts 21 procent van de Nederlandse huishoudens de weg naar de beleggingskantoren te vinden. De belangrijkste redenen: een gebrek aan kennis of angst voor de risico’s.

LEES OOK: Wat te doen nu spaarrente op nul staat? ‘Sparen is gevaarlijker dan beleggen’

Hoe moet je beleggen?

Beleggen kan op veel verschillende manieren. Zo kun je beleggen in alternatieve vormen, zoals unieke whisky’s, kunst, woningen of auto’s. Producten die mogelijk in de toekomst meer waard worden. Toch kiezen de meeste mensen voor aandelen, omdat je daarmee direct in een (hopelijk winstgevende) onderneming investeert.

Waar beleggen eerder in fysieke vorm plaatsvond op de beurs, gebeurt het nu vooral digitaal. Heb je geen verstand van beleggen en geen tijd om zelf op onderzoek uit te gaan? Dan kun je het beste een beleggingskantoor vinden dat de beleggingen voor jou uitvoert. “Je moet je dan niet zo bezig gaan houden met beursnieuws. Doe alsof je aan het sparen bent. Gewoon niet naar omkijken”, adviseert financieel journaliste Janneke Willemse in ’t Wordt Nu Laat op NPO Radio 2.

Wil je zelf aan de slag, besef dan dat beleggen een hoop tijd kost. Het vergt aardig wat kennis en inspanning om de beurs te begrijpen en bij te houden. Willemse: “Als je zelf individuele aandelen wil uitkiezen, dus steeds één bedrijf tegelijk, dan is het toch wel handig als je tweeduizend euro in één keer kunt doen, zodat je het in porties kan verdelen van bijvoorbeeld tien aandelen.”

LEES OOK: Je eigen geld beleggen? ‘Doe alsof je aan het sparen bent’

Door: Redactie

Exit mobile version